Wanneer een kind in de knel komt tussen de ouders voelt het zich niet veilig*.
Om te overleven past het zich (tijdelijk) aan door te kiezen voor één ouder: de coalitie- ouder.
Als dat gebeurt, zien we het door (delen van, of al het) onderstaand gedrag.
Een kind dat een coalitie vormt met een ouder en de andere buitensluit:
maakt denigrerende opmerkingen over de buitengesloten ouder;
maar heeft daarvoor geen zwaarwegende redenen;
kan alleen maar nare dingen over die ouder vertellen (en mooie over de coalitie-ouder);
vertelt dat het zelf tot die beslissing is gekomen;
zal bij ruzie tussen de ouders altijd kiezen voor de coalitie-ouder;
laat niet zien dat het zich schuldig voelt;
gebruikt woorden die niet bij de leeftijd horen;
wil ook niet meer naar de familie en vrienden van de buitengesloten-ouder.
* Een kind is veilig als het structureel kan rekenen op een volwassene die voorziet in zijn basale fysieke en emotionele behoeften, die hem beschermt tegen gevaar en die daarin continuïteit en voorspelbaarheid biedt.
Graag verwijs ik u ook naar*: