Ouderonthechting

Ouderonthechting

Complexe Scheidingen en - Omgangsproblematiek / Parental Alienation

Complexe Scheidingen

Ongeveer 50% van de relaties eindigt in een scheiding.

In ongeveer 20% van de scheidingen lukt het ouders niet goed om een invulling te geven aan het co-ouderschap. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals onverwerkte emoties (rouw), de verdeling van goederen, huisvestingsproblematiek, of huiselijk geweld. 


Complexe Omgangsproblematiek

Bij een complexe scheiding kunnen ook problemen ontstaan rondom de opvoeding van de kinderen of de verdeling van de zorgtaken tussen ouders.
Kinderen kunnen dan aangeven minder of geen contact meer te willen met één van de ouders.
Het kind kan daarvoor een gegronde reden, als mishandeling, hebben, maar er kan ook sprake zijn van
een loyaliteitsconflict. Om te weten welke dynamiek onderliggend is aan de omgangsproblematiek, en om het gezin te kunnen helpen, moet goed onderzoek gedaan worden.


Parental Alienation/ouderverstoting/ouderonthechting

Als de zorgregeling om ongegronde redenen wordt
stopgezet, spreken we van Parental Alienation, in Nederland vaak vertaald in ouderverstoting. In 2021 heeft het expertteam ouderverstoting (waar ik lid van was) haar rapport met aanbevelingen uitgebracht.

Parental Alienation (Richard A. Gardner 1985). is in het Nederlands vertaald in ouderverstotingssyndroom (Zander 1999).


Ik geef de voorkeur aan de term ouderonthechting: een proces waarbij na scheiding en onder bepaalde omstandigheden een gezonde hechtingsband van het kind met een ouder schijnbaar beschadigt of verbreekt. Ik sluit hierbij aan bij bevindingen van o.a. Bowlby (1969/1982) die stelde dat traumatische separatie tussen een kind en ouder uiteindelijk kan leiden tot detachment: onthechting.

  • Wanneer ouders de loyaliteit van het kind beïnvloeden, voelt het zich onveilig.

Komt ouderonthechting veel voor?

Onderzoek naar contactverlies van de kinderen van ouders die vorige eeuw zijn gescheiden, wijst uit dat 20% van de kinderen hun vader niet meer ziet, en 5% heeft het contact verloren met hun moeder (Kalmijn (2018).

Loyaliteit aan ouders

Loyaliteit van een kind naar de ouders is een vanzelfsprekende verbondenheid die ontstaat bij de geboorte. Een kind is altijd loyaal aan zijn beide, biologische ouders (Van den Eerenbeemt (2003). Ivan Boszormenyi-Nagy stelde dat loyaliteit intergenerationeel is. Ieder kind is loyaal zijn aan zijn ouders omdat het door zijn ouders ontstaat. Dit betreft zowel primaire (bij de geboorte ontstane) en secundaire (bij opvoeding en verzorging ontstane) loyaliteit. Als de loyaliteit in essentie verstoord raakt, kan dit ernstige gevolgen hebben.

Soms kan een ouder, heel vaak onbewust, een bondje, oftewel een coalitie, sluiten met de kinderen en daarmee de andere ouder buitensluiten. De ouder die dat coalitie-gedrag vertoont, doet dat in de meeste gevallen vanwege hoge emoties. Soms heeft de ouder ook zorgen over de ouderschapskwaliteiten van de andere ouder. Hoge negatieve emoties als woede, minachting, of walging verklaren een groot gedeelte van die zorgen (Koppejan, e.a. 20120). Andere emoties, als angst om het kind kwijt te raken, verdriet als gevolg van de scheiding, boosheid over de reden van de scheiding, kunnen ook hoog oplopen (Koppejan, 2014). Kinderen kunnen als geen ander inschatten hoe een ouder zich voelt, dat doen ze door het non-verbale gedrag van de ouder te observeren en interpreteren. Communicatie verloopt immers voor een heel groot gedeelte via non-verbaal gedrag. Opvoeding is ook grotendeels gebaseerd op de non-verbale reacties van ouders op hun kinderen. Als een kind iets goed doet, kijkt een ouder blij. Als een kind iets fout doet, kijkt een ouder afkeurend. Dat is het kompas van kinderen om hun gedrag bij te sturen.

Het gevoel naar de ex-partner kan ook niet makkelijk verborgen worden voor de kinderen. Ze pakken dit haarfijn op. Het gevolg daarvan kan zijn dat de kinderen de buitengesloten ouder zelf ook gaan buitensluiten. Maar een ouder kan zich er wel van bewust van worden en de kinderen uitleggen dat dit het gevoel is van de ouder. Dat dit gaat over de volwassen relatie tussen de ouders. Dat dit los staat van de relatie van het kind met hun vader of moeder.


Wilt u weten of u uw negatieve gevoel jegens uw ex ook onbewust uitstraalt?

Omdat dit niet makkelijk is om zelf te onderzoeken, kan het fijn zijn om iemand uit uw netwerk te vragen u daarbij te helpen. Als u een familielid of vriend(in) heeft die zowel u als je ex goed kent en u beiden goed gezind is, kan die dienen als een “ambassadeur” voor u beiden en als een spiegel voor u. Door deze ambassadeur te vertellen over uw ex partner kan hij of zij u spiegelen hoe u overkomt.


Uw kind wil geen omgang meer

Soms gebeurt het toch dat u uw negatieve gevoel jegens uw ex-partner, al dan niet bewust, over heeft gedragen op jullie kind. Dat is ook niet heel gek. Het is, zeker de eerste tijd na de scheiding, een achtbaan van gevoel. Alles verandert. Emotioneel. Financieel. Praktisch. En het gevoel van alle betrokkenen gaat alle kanten op. Maar ook levensgebeurtenissen op langere termijn na de scheiding (bijvoorbeeld een nieuwe partner, of nieuwe kinderen, of financiële ontwikkelingen) kunnen er voor zorgen dat u weer vol in de emotie schiet. Het kan dan gebeuren dat jullie kind zoveel empathie voor u voelt dat het uw emotie gaat overnemen. Dat heet ook wel “emotionele besmetting” (Birch, 2016). Dit is een normaal verschijnsel dat ervoor zorgt dat een groep samenhang behoudt. Uw gezin is ook een groep. Nadat u en uw ex-partner uit elkaar zijn gegaan, bent u uw groep gaan hergroeperen.


Uw groep is ook groter dan uw gezin. Ook familie en vrienden hergroeperen zich. Met wie houden ze wel contact en met wie niet? Welke kant kiezen ze? Het is heel fijn om uw verdriet of boosheid als gevolg van de scheiding met een ander te bespreken en het gevoel te hebben dat de ander u steunt. Maar dat heeft tegelijkertijd het risico in zich dat die ander uw ex ook buiten gaat sluiten. Dat kan een negatieve spiraal worden: uw vertrouwenspersoon kan steeds negatiever gaan denken over uw ex en zodoende u ook (Finkenauer, e.a., 2015).

Misschien gaat u (en uw vertrouwenspersoon) ook denken dat het beter is voor het kind om geen omgang met uw ex te hebben. 

Als u voor uw ex geen rol meer ziet in uw groep, ook niet als ouder van jullie kind (dat verdient uw ex misschien niet meer in uw ogen) dan kan jullie kind uw gevoel overnemen. Het kind geeft u dan aan dat hij of zij niet meer zo vaak naar uw ex wil. Of helemaal niet meer wil. Het kind kiest zo voor u en sluit de andere ouder buiten.


Wiens taak is het om het kind te motiveren?

Bij omgangsproblematiek die is ontstaan vanuit loyaliteitsproblematiek, is het primair uw taak om jullie kind te motiveren om wel naar uw ex te gaan. Deze taak kan u niet leggen bij uw kind, die kan immers de langetermijngevolgen van die beslissing nog helemaal niet inschatten.


Op welke manier motiveert u het kind?

U kunt jullie kind niet dwingen, maar u kunt jullie kind wel vrijmaken. Als jullie kind voelt dat u het voor jullie kind belangrijk vindt dat het beide ouders in zijn of haar leven heeft, dat u weet hoeveel het kind van de andere ouder houdt en de andere ouder van het kind, dan zal het loyaliteitsconflict verminderen.

U kunt ook toelichten dat u niet wil dat jullie kind kiest. Dat, ook al voelt u verdriet of boosheid, het ook voor u belangrijk is dat jullie kind een eigen, unieke band heeft met beide ouders.


Zijn loyaliteitsconflicten altijd schadelijk?

Nee, dat is zeker niet zo. Elk kind kan in de loop van zijn leven (denk bijvoorbeeld ook aan de pubertijd) met loyaliteitsconflicten te maken krijgen. Soms trekt een kind meer naar een moeder of naar een vader. Soms wisselt dat ook, eerst naar moeder en in een latere levensfase naar vader, of andersom. Maar dit is over het algemeen van korte duur. Beïnvloeding van de loyaliteit (al dan niet bewust) is een ander verhaal: dan kan de loyaliteit verstoord raken en kan het kind een ouder verliezen, waar het diep van binnen veel van houdt.


Wanneer is een loyaliteitsconflict dan wel schadelijk?

Boszormenyi-Nagy  (1973) stelt dat verstoring van de loyaliteit zeer nadelig is voor de ontwikkeling van kinderen. Dit kan zich voordoen na een scheiding. Ouders kunnen na een scheiding onverwerkte emoties blijven voelen en deze al dan niet bewust aan het kind doorgeven. Dan is het voor het kind heel moeilijk om loyaal te blijven aan beide ouders. Een kind wil immers niet dat het door het eigen gedrag een ouder ongelukkig of boos maakt. Kinderen kunnen zich dan geroepen voelen te kiezen voor een van beide ouders. Een dergelijke keuze kan leiden tot ouderonthechting, zie ook de langetermijngevolgen van ouderonthechting.

Ouderonthechting is een proces.

Ouderonthechting is niet een simpele daad. Met een eenvoudig aan te wijzen dader.

De term ouderverstotingssyndroom veronderstelt wel die daad: iemand verstoot immers iemand anders.

De vraag die dan oprijst is: wie is de dader?

Is dat de coalitie-ouder of is dat het kind, of misschien zelfs wel de omgeving die ernaar kijkt en óf kant kiest, óf wegkijkt?

En als we die dader nu hebben geïdentificeerd, hoe 'straffen' we die dan?

Of als het een diagnose van een syndroom is, wie lijdt daar dan aan en wie mag de diagnose vaststellen, een gedragswetenschapper, de Raad voor Kinderbescherming of een rechter?


Als we ouderonthechting als een proces zien, is het:

  • geen veroordeling, noch van de coalitie-ouder, noch van het kind.
  • geen diagnose: noch van de coalitie-ouder, noch van het kind.


3 niveaus van ouderonthechting

1. lichte vorm

   o De ouder voelt verhoogde negatieve emoties (als verdriet, boosheid, of angst).

      o maar gelooft dat omgang met beide ouders in het belang is van het kind.

   o Er is een gezonde hechtingsband tussen de coalitie-ouder en het kind.

2. matige vorm

   o De negatieve emoties (als verdriet, boosheid, of angst) blijven hoog.

      o en de ouder gelooft zelf ook dat het misschien beter is als er geen omgang is.

   o Het kind laat bij afwezigheid van de coalitie-ouder zien dat het graag omgang wil

      met de buitengesloten-ouder.

   o Er is een gezonde hechtingsband tussen de coalitie-ouder en het kind.

3. ernstige vorm

   o De ouder heeft hele hoge negatieve emoties (als verdriet, angst, of boosheid).

      o en gelooft dat omgang een risico inhoudt voor het kind.

   o Het kind vertoont hoge mate van (geïnternaliseerde) angst voor de

      buitengesloten-ouder.

   o De hechtingsband tussen de coalitie-ouder en het kind kan te sterk zijn.  

   o Er kan sprake zijn van parentificatie.


Het Openbaar Ministerie beziet het niet naleven van de zorgregeling (als beide ouders gezag hebben) als ontrekking aan het wettelijk gezag. Dit is strafbaar. Het expertteam ouderverstoting heeft in 2021 haar rapport uitgebracht waarin beschreven staat op welke manieren het naleven van de zorgregeling gehandhaafd kan worden. 


Ouderonthechting is niet zo eenvoudig te herkennen.

Waaraan kan je het proces van ouderonthechting herkennen?


  • Er was sprake van een goede band van een kind met de buitengesloten ouder (een veilige hechting), of van een situatie waarbij een kind een veilige hechting aan kan gaan met de buitengesloten ouder. Er zijn dus geen contra-indicaties.
  • Er is sprake van coalitie-gedrag: gedrag waardoor het kind in de knel komt.
  • Het kind internatliseert de gevoelens en meningen van de coalitie-ouder en laat dat met verschillende gedragingen zien.
  • De omstandigheden zijn ongunstig.


In deze vierluik geef ik vanuit het perspectief van het kind, een moeder, een vader en een bijzondere curator weer hoe een fictieve situatie van ouderonthechting eruit kan zien als een kind een vader buitensluit. Het is fictief. Er zijn vele varianten mogelijk. Dit is er één van. Uiteraard komt het ook voor dat moeders worden buitengesloten; ook daar zijn vele varianten mogelijk.


In deze korte film van Iris Kelly, die ik met haar toestemming enigszins heb ingekort, is goed te zien hoe ouderonthechting tot stand kan komen.

Zie ook deze BBC opname met uitleg (o.a. van Drs. Karen Woodall).


En deze uitleg door Dr. Amy J.L. Baker met goede tips hoe als buitengesloten ouder om te gaan met je kinderen.


Frénk van der Linden heeft in een ontroerend en indringend boek "En altijd maar verlangen" beschreven wat de levenslange impact is geweest van het buitensluiten van zijn moeder.

Wat is het recht van kinderen en ouders op omgang?

De Hoge Raad heeft zich in januari 2014 uitgesproken over het recht van kinderen en ouders op omgang met elkaar (zie bijvoorbee) en helder geconcludeerd dat:


Het kind en de (niet met het gezag belaste) ouder recht hebben op omgang met elkaar.


Onderstaande wetten waarborgen dit recht:

Voor de (niet met het gezag belaste) ouder betreft art. 8 EVRM en 1:377a lid 1 BW.

Wat het kind aangaat niet alleen door die laatstgenoemde bepaling, maar ook door de art. 9 lid 3 IVRK en 24 lid 3 Handvest van de grondrechten van de EU.


Wat dient de rechter te doen bij obstructie van de omgang?

Als een (met het gezag belaste) ouder geen medewerking verleent aan de omgangsregeling en de rechter de argumenten daarvoor 'ongenoegzaam' acht, dient de rechter op korte termijn alle gepaste maatregelen te nemen om de (met het gezag belaste) ouder ertoe te bewegen medewerking te verlenen.


Voortkomend uit jurisprudentie en de wetgeving heeft de rechter daartoe een groot aantal maatregelen ter beschikking om die ouder te bewegen tot naleving van zijn verplichtingen, zoals:

begeleiding door derden van de omgang;

wijziging van de bestaande omgangsregeling;

opschorting van de verplichting tot betaling van (kinder)alimentatie;

een aansporend boetebeding in de overeenkomst tot regeling van de omgang;

benoeming van een bijzondere curator (art. 1:250 BW);

het treffen van een kinderbeschermingsmaatregel (ondertoezichtstelling);

wijziging van het gezag of van de hoofdverblijfplaats van het kind.


Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de algemene executiemogelijkheden:

veroordeling tot medewerking aan de uitvoering van een omgangsregeling op straffe van een dwangsom (art. 611 Rv);

lijfsdwang (art. 585 Rv).


Wat zegt de Europese Wetgeving over omgang?

Active parental participation in proceedings concerning children is required under Article 8 of the Convention (actieve participatie van ouders daar waar het kinderen betreft is een vereiste onder artikel 8 van de Conventie: lees, ouders dienen bereid te zijn om mee te werken aan (begeleide) omgang tussen de kinderen en de andere ouder).


Hoe oordeelt de Hoge Raad in Nederland over Artikel 8 van de Conventie?

Autoriteiten dienen voldoende adequate en effectieve maatregelen te nemen om een door de rechter vastgestelde omgangsregeling te doen nakomen (art. 8 EVRM). De belangen van het kind zijn in zulke gevallen paramount (cruciaal).


Wat zegt de Raad voor de Kinderbescherming over ouderverstoting/-onthechting?

Als er geen gegronde of aannemelijke redenen zijn waarom kinderen een ouder en het
contact met hem of haar afwijzen, zijn er verschillende opvattingen en termen in
omloop om deze situatie te duiden: ouderverstoting, oudervervreemding,
ouderonthechting, parental alienation en Parental Alienation Syndrome (PAS). Met
‘gegronde’ of ‘aannemelijke’ redenen wordt bedoeld dat het kind (zelf) dermate
negatieve ervaringen heeft opgedaan in het contact met een ouder (bijvoorbeeld
mishandeld is door de ouder), dat het invoelbaar en navolgbaar is dat het kind het
contact met de andere ouder afwijst. 

Wat geeft onderzoek aan over interventies bij ouderonthechting?


Primaire preventie

Regelmatige omgang met beide ouders (Kalmijn, 2015) en het opstellen van een ouderschapsplan werkt als beschermende factoren tegen ouderonthechting (o.a. Bernet, 2002).


Spontaan herstel van de band

Van spontaan herstel wordt gesproken als de verstoorde band met de buitengesloten ouder wordt hersteld zonder gerechtelijke stappen. Dit wordt vaak door externe of interne levensgebeurtenissen, crises of volwassenwording opgewekt (o.a. Baker e.a. , 2005).


Interventie bij lichte en matige ouderonthechting

De essentie van de interventie zal gericht moeten zijn op het stoppen van het gedrag waardoor het kind in een loyaliteitsconflict is gekomen, vaak zijn ouders er zich niet van bewust dat hun emoties en gedachten feilloos worden aangevoeld door het kind. Het bewustwordingsproces is hierbij dan ook erg belangrijk. Mediation of rouwverwerking kan een oplossing zijn bij mildere problematiek. De Kinderombudsman stelde in 2014 aan onze regering voor om mediation verplicht (en gesubsidieerd) te stellen. Wat een obstakel kan zijn, is de (toch nog door sommige advocaten bevestigde) overtuiging dat door rechtsgang omgang kan worden tegengehouden, dan wel voogdijschap kan worden verworven (Crosby, 1999).


Interventie bij ernstige ouderonthechting

Bij ernstige ouderonthechting komt het voor dat er veel zorgen over de ouderschapskwaliteiten van de ouder worden gerapporteerd (Koppejan, e.a., 2020), en valse beschuldigingen van mishandeling, misbruik of verwaarlozing gedaan worden (Van Leuven, 2010). De interventie zal er dan in eerste instantie op gericht moeten zijn om de coalitie-ouder het effect van het gedrag op het kind in te laten zien en deze ouder te helpen dat gedrag te veranderen. Ook het kind zal aansluitend geleerd worden om weerstand te bieden aan dit gedrag. Indien de ouder niet kan of wil veranderen, groeit het kind op in een onveilige omgeving. Deze vorm van ouderonthechting wordt dan ook gezien als een vorm van emotionele mishandeling van het kind. Indien, na alles geprobeerd te hebben, gekozen wordt om deze kinderen bij de coalitie-ouder te laten wonen, onthechten zij volledig. Hiermee raakt het kind de liefde en zorg van een ouder kwijt en blijft het onrust voelen. Ernstige ouderonthechting heeft negatieve langetermijngevolgen voor het kind, waarmee de ontwikkeling van het kind wordt bedreigd. Omdat iedere situatie anders is, zal per gezin gekeken moeten worden wat nodig is om de ontwikkelingsbedreigingen voor het kind te minimaliseren. Het expertteam ouderverstoting heeft in 2021 in zijn rapport ook aangegeven welke juridische drang en dwangmaatregelen passend kunnen zijn.

U kunt bij mij terecht als u meer wilt weten over "Hechtscheiden"


Graag verwijs ik u ook naar*:

Het kind: als u het gedrag van een kind met een loyaliteitsconflict wilt herkennen

Het kind in de knel: als u wilt weten door welk ouder-gedrag het kind zich onveilig voelt

De buitengesloten-ouder: als u wilt weten wat ouderonthechting met een ouder doet

De omstandigheden: als u wilt weten wat nog meer bijdraagt aan loyaliteitsconflicten

Professionals: als u werkt met gescheiden ouders en hun kinderen

Nascholing: voor informatie over de nascholingsmogelijkheden voor professionals

Onderzoek: voor mijn onderzoek naar gedrag van gescheiden ouders

Langetermijngevolgen: als u wilt weten wat internationaal onderzoek aantoont

Levenslooppsychologie: als u meer wilt weten over mijn afstudeerrichting

* door op de blauwe woorden te klikken, komt u op de desbetreffende pagina